In het dorp Wedde (provincie Groningen NL) staat het “Huis te Wedde”. (Wedderburcht)
De naam dateert uit een tijdperk waarin plaggenhutten regel waren en met een stenen huis (ook wel steenhuis, steinhaus of stins genoemd) meestal een versterking werd bedoeld. In de volksmond heet het ook wel “de Burcht”.
De ontwikkeling van het dorp Wedde is sterk bepaald door aanwezigheid van de in de 14e eeuw gebouwde borg. De borgbewoners hadden grote invloed op bestuur en rechtspraak van Westerwolde. Dit leidde bij de bevolking uit de omgeving nogal eens tot spanningen. Westerwolders vermoordden twee leden van het geslacht Addinga. In de 16e eeuw werden heksenprocessen gevoerd op de borg. Hierbij werden 19 vrouwen veroordeeld en als heks verbrand. Door de strategische ligging aan de weg Groningen-Duitsland raakte de borg vaak betrokken bij krijgshandelingen.
Maar landelijk het meest bekend is ‘de Burcht’- zoals het in de volksmond wordt genoemd – van het begin van de Tachtigjarige Oorlog, toen in 1568 graaf Lodewijk van Nassau, broer van Willem van Oranje, vanuit Wedde met zijn soldaten optrok om de Spanjaarden te bevechten bij Heiligerlee. Als laatste ‘bewoners’ zetelden het Waterschap Westerwolde en de Streekraad Oost-Groningen in het gebouw. Voor de Weddenaren is ‘de Burcht’ een begrip.