Tweemaal per etmaal komt het zeewater op en twee maal per etmaal gaat het af. Als het water opkomt, zeggen we dat het vloed is.

Afgaand water noemen we eb. Als het water zijn hoogste stand bereikt, zeggen we dat het hoogwater is.

De laagste stand, na de ebperiode, noemen we laagwater. Als je een aantal keren achter elkaar nagaat hoe laat het hoogwater en hoe laat het laagwater is, dan ontdek je dat er niet precies 12 uur tussen het ene en het volgende hoogwater (of laagwater) zit, maar ongeveer 12 uur en 25 minuten.

Per etmaal (24 uur) schuift de hele eb en vloed cyclus 50 minuten op. Het is vooral de aantrekkingskracht van de maan op de aarde die deze beweging doet ontstaan

Ten gevolge van deze aantrekkingskracht vervormt de aarde een beetje : aan de naar de maan toe gekeerde kant is de kracht het grootst, en precies aan de andere kant het kleinst, zodat aan beide kanten een uitstulping ontstaat, en halverwege een afplatting.